Wille & The Bandits gaven afgelopen vrijdag een waanzinnig optreden in De Dikke Stein in het Limburgde Elsloo. In de zaal vond de ouverture van een nieuw seizoen aan interessante optredens plaats. Met Wille & The Bandits werd onder het motto:” Een goede start is het halve werk” al meteen een band van naam in huis gehaald. Het trio is ‘Hot’ en onderbrak hun Duitsland-tournee om vanuit Bonn naar Elsloo of all places af te rijden en van daaruit koers naar Hamburg te zetten. (In Bonn werden door Rockpalast opnames gemaakt tijdens het Crossroads Festival)

In afwachting van Wille en kornuiten mag The Blackwater Experience de zaal opwarmen. De jonge band uit Horst geldt momenteel als een van de talentvolste Limburgse bands en stond al eens in de finale van de BRUL contest. Daarnaast brachten zij onlangs een knoepert van een debuut cd uit onder de naam “Peacemaker”. (Zie recensie elders op deze site)

Net als de mannen uit Plymouth halen Richard Kleuskens-vocals/gitaar, Ray Groothuis-Hammond, Luc Verdellen-bas en Rens Coenen-drums hun inspiratie bij bands uit de 70 tot eind 80er jaren vandaan. Zij doen dat wel elk op eigen wijze waardoor je met deze band al goed in de stemming komt.

Veel bewegingsvrijheid hebben ze niet daar het podium al voor de headliner is opgebouwd, maar dat mag de pret niet drukken. Op deze avond wordt de hele cd gespeeld, zij het in een andere volgorde. Gestart wordt met ‘The Wolf & The Eagle’, waarna ‘Peacemaker’ volgt. Na ‘Dandillon’, waarin flink gas gegeven wordt maar dat ook tempowisselingen kent, wordt een rustpuntje bereikt met ‘Hail The Blind’. Hierop wordt een heerlijke wijdtse gitaarsolo door subtiel Hammond werk overgenomen. Het prima orgelwerk op ‘Contraband’ roept herinneringen op aan Deep Purple en vooruit, Uriah Heep. ‘Whiskey & Poker Kid’ kon wel zo uit het repertoire van Waynes weggekaapt zijn en is het voorlaatste nummer uit de set die met ‘Tenderfoot’ wordt afgesloten. De band speelde een prima set, maar kon helaas niet, de aandacht van iedereen vasthouden. Dat ligt in principe niet aan de band zelf maar eerder aan hen die alleen voor de hoofd act komen en dus later binnenkomen.

Wille & The Bandits zijn allang geen kleine jongens meer, al zijn ze hier ten lande nog vrij onbekend. Maar voor hoe lang nog? Zij toerden al met Joe Bonamassa, Status Quo en Deep Purple, stonden al 2x op Glastonbury en op het Isle of Wight festival en leverden een bijdrage aan de openingsceremonie van de Olympische spelen in Londen.

Het is niet bepaald een doorsnee band, welke drummer hangt bijvoorbeeld zijn breiwerkje voor de grote trom en op hun muziek is al helemaal geen stempel te plakken, zoals ook op deze avond zal blijken.

Wille (uitgesproken als Willie) Edwards-zang/gitaren, Matt Brooks-bas/keys en Andrew Naumann-drums/percussie springen van de ene stijl op de andere of mixen bijvoorbeeld rock met reggae en blues met folk en Latin ritmes, maar het resulteert wel in fantastische muziek.

Gezeten op een aparte verhoging laat Wille niet alleen rasta’s uit zijn hoge hoed groeien maar tovert ook fantastisch gitaarwerk uit zijn (korte) mouwen. Daarbij is hij gezegend met een lekkere rauwe, door smart overmande stem waarmee hij je recht in het hart weet te raken. Het mag dan wel niet allemaal blues zijn, het voelt wél zo.

Hun ruim 2 uur durende set openen ze met ‘Miles Away’, hierna moet ik enkele namen van songs schuldig blijven. Zoals het vaak met artiesten gaat die zonder setlist spelen, weten zij na afloop nauwelijks wat ze gespeeld hebben. Daarom zal ik me helaas tot de aangekondigde songs beperken.

Als 4e song wordt ‘Mammon’ aangekondigd, waarbij Matt Brooks voor het eerst van basgitaar over stapt naar de Van Zalinge bas. Deze futuristische elektrische staande bas gebruikt hij soms ook als cello. Hierna volgt een eigen versie van ‘Black Magic Woman’. Het tegen een boogie aanleunende ‘Galloping Horses’, is een nummer dat Wille tijdens het Glastonbury festival schreef en dat abrupt eindigt. Wille wisselt regelmatig van gitaren, waaronder een lapsteel, die echter niet als een lapsteel klinkt. De aparte sound ontstaat door de 2 fuzz pedalen die hij met beide voeten op gevoel indrukt.

Na een instrumentaal stuk met een vette groovende beat verzamelen zich de eerste dansers bij het podium en die zullen regelmatig terug keren. Als 9e song wordt een ode aan Robert Johnson gebracht met ‘Crossroads’, maar dan wel weer op geheel eigen wijze.

‘Still Go Marching In’ is een anti war song en hierop wordt het publiek verzocht mee te zingen met het refrein: “When will that rainbow come”. Dat doen zij volgens Wille beter als het publiek in Duitsland, maar ja, dat horen we wel vaker.

Op het funky ‘Got To Do Better’ rapt Wille er op los terwijl hij zich op de slide begeleidt. ‘Bad News’ begint zoals de meeste nummers met een rustige intro, om daarna in ruig geweld te veranderen dat aan Led Zeppelin doet denken.

Met het instrumentale ‘Angel’, een nummer met diverse tempowisselingen en een super fraaie bas-solo van Matt, wordt de officiële set afgesloten. Rust krijgen ze niet want het publiek wil meer, véél meer maar moet het slechts met één toegift doen. Dat is een, wederom, eigen bewerking van ‘Money For Nothing’, waarmee een einde aan een waanzinnig optreden komt.

Het is altijd mooi om te zien hoe een band een zaal weet in te pakken. Vooral als je daarbij ziet dat er bij gerenommeerde, fanatieke bluespuristen ook guilty pleasures naar boven komen. Als je dat als band voor elkaar krijgt, mag je toch wel van een waanzinnig optreden spreken.

Foto’s (c) Harm Lutke, Maxazine.nl

Deel: